25 en 26 april, 2 en 3 mei 2014
vrij 25 april 2014 om 20u15
zat 26 april 2014 om 20u15
vrij 02 april 2014 om 20u15
zat 03 april 2014 om 20u15
“De familie Tót” speelt zich af tijdens de Tweede Wereldoorlog, ergens in een Hongaars bergdorpje. Vader Tót is er brandweercommandant en zoon Gyula (spreek uit: Dzjoela) vecht aan het front. Alles gaat zijn gangetje, tot op het moment dat Gyula een brief stuurt met de boodschap dat zijn overspannen kapitein twee weken bij de familie Tót komt logeren om te recupereren. Heel het dorp staat in rep en roer en alle mogelijke voorbereidingen worden getroffen. Wanneer de kapitein arriveert blijkt deze inderdaad zwaar getraumatiseerd, zijn uitbarstingen en stemmingswisselingen kunnen tellen. Vader, moeder en zuster Tót wringen zich in honderdduizend bochten om het hem naar zijn zin te maken, hopend dat hun dierbare Gyula op die manier promotie kan maken aan het front …
De auteur zelf over het stuk: "de kapitein is als het ware een voorbode van verschrikking en terreur. Vader Tót is geen rebel, er rest hem niets anders dan zich te schikken in zijn lot. Hoe kan het anders, een man uit juist dit volk dat nooit iets anders leerde dan het fataal sluiten van compromissen? Het zich schikken zit in zijn bloed. En zelfs als dat bloed hem naar de lippen is gestegen, is zijn rebellie een absurde poging die het probleem niet oplost."
István Örkény (spreek uit Éurkeenj), schrijver van romans en toneelstukken, is een grote naam in Hongarije. Zijn toneelstukken worden elk jaar opnieuw geproduceerd en staan soms maandenlang op de affiche in Boedapest. Deze blijvende aandacht is wellicht te danken aan zijn kundige dosering van humor, fantasie en tragiek en zijn meesterschap in het schrijven van spitse dialogen.
István Örkény is in 1912 in Boedapest geboren, als zoon van apothekers. In de voetsporen van zijn ouders studeert hij voor chemicus en apotheker. Later wijdt hij zich steeds meer aan het schrijven. Zijn eerste bundel kortverhalen verschijnt in 1942, maar het is pas op zijn 36ste dat hij zich volledig op zijn schrijverscarrière kan storten. Örkény wordt tijdens de Tweede Wereldoorlog gemobiliseerd en naar het Russische front gestuurd. Hij verblijft vijf jaar in Russische gevangenschap. Bij zijn terugkeer naar Hongarije maakt hij de voorzichtige hervormingen van het communistisch regime mee die uitmondden in de Hongaarse revolutie van 1956 (Hongaarse Herfst). Een opstand die onderdrukt wordt door het communistisch bewind met de hulp van Rusland. Ten gevolge van de Hongaarse opstand, krijgt hij 5 jaar schrijfverbod.
Zwaar geschokt door de gebeurtenissen uit de Tweede Wereldoorlog én door de opstand van 1956 komt Örkény tot de conclusie dat humor en ironie de enige manier zijn om zich te wapenen tegen de politiek. Via Örkény wordt het absurdisme en het groteske theater uit de jaren ’50 en ’60 in Hongarije geïntroduceerd. Hij exploreert dit genre in talrijke komedies die vanaf het eerste jaar veel succes kennen in Boedapest en in het buitenland. Het toneelstuk “De familie Tót” (1967) en de bundel ultrakortverhalen “Nieuwe-minuten” (1968) behoren tot zijn meest bekende werken. In al zijn komedies zet hij de absurditeit van totalitaire regimes en de conflicten van het Hongaars socialisme te kijk. Naast “De familie Tót” publiceert hij “Pisti of de holocaust”(1969), “Bloederige rapporten” (1974), “De sleutelzoekers” (1975) en “Scherm” (1979).
In 1972 ontvangt hij de ‘Kossuth’prijs, de meest prestigieuze literaire prijs in Hongarije. István Örkény stierf in Boedapest in 1979. Örkény’s werk werd in de jaren ’70 in België bekend door het Théâtre National dat “De familie Tót” produceerde. Ditzelfde stuk werd later door Dirk Tanghe geregisseerd bij de Paardenkathedraal (NL). “Koffie/Temesta” (“Macskajáték”, letterlijk vertaald “Kattenspel”) werd enkele jaren geleden gespeeld door het Brusselse repertoiregezelschap Ensemble Leporello.
achteld Timmermans werd geboren op 27 oktober 1970 in Hasselt. Ze studeerde sociologie aan de KULeuven, maar na twee kandidatuurjaren ging ze naar Brussel om daar een toneelopleiding te volgen aan het Koninklijk Conservatorium. In 1996 behaalde ze haar diploma “Meester in de Dramatische Kunst”. Ze werd datzelfde jaar geëngageerd door het repertoiregezelschap Ensemble Leporello. Buiten deze toneelgroep speelt/speelde ze o.a. bij Bronks, Toneelgroep Ceremonia en Muziektheater Tirasilla.
Sinds 2005 maakt Machteld Timmermans deel uit van de artistieke kern van het theatergezelschap Het Ongerijmde, waar zij naast acteren ook schrijft en regisseert. In het kader van het MA-festival Brugge, regisseerde zij in 2010 de kameropera “l’ Algerino in Italia”, een compositie van Joris Blanckaert, en in 2013 regisseerde zij voor de Gentse Feesten de kameropera “Paternel”, een compositie van Frank Nuyts.
Sinds 1996 vertolkte ze rollen in verschillende televisieproducties. Ze was o.a. te zien in: Dokters (VTM), Wittekerke (VTM), Thuis (VRT), W817 (Ketnet), 16+ (VRT), Kinderen van Dewindt (VRT), FC De Kampioenen, De Elfenheuvel (Ketnet) en De Ridder (VRT).
In 2005 regisseerde Machteld Timmermans “Tailleur pour dames”bij Toneel Heverlee.
Spelers
Marlies De Bonte, Katrien Favoreel, Renilde Foulon, Geert Fouquaert, Hugo Hollé, Jan Sprengers, Luc Stroobants, Wim Strouven, Jochen Suy, Jan Uytterhoeven, Hubert Vanhellemont, Frans Vranckx
Om en rond de scène
Regie | Machteld Timmermans |
Productieleiding | Albert Barette |
Teksthulp | Barbara Paulus |
Rekwisieten | Bea Vanlangendonck |
Kostuums | Karine Van Balen |
Grime | Sanne Vanhellemont e.a. |
Decor | de TH-decorploeg o.l.v. Peter Craps |
Licht | Dirk Reynaerts |
Bob Van Belle | |
Geluid | Andrew Wils |