15, 16, 22 en 23 april 2016
vrij 15 april 2016 om 20u15
zat 16 april 2016 om 20u15
vrij 22 april 2016 om 20u15
zat 23 april 2016 om 20u15
“Dwazen”, originele titel “Fools”, kende zijn première in het Eugene O’Neill Theatre op Broadway op 6 april 1981. De regie was in handen van Mike Nichols, die bijna twintig jaar eerder al “Barefoot in the Park” regisseerde, met Robert Redford in het hoofdrol. Nichols is ook bekend als filmregisseur van onder meer “Who’s Afraid of Virginia Woolf?”, met Elizabeth Taylor en Richard Burton, en “The Graduate”, met Dustin Hoffman, Anne Bancroft en Katharine Ross. Bovendien beschikte Nichols bij “Fools” over een topcast. En toch viel de laatste voorstelling al op 9 mei, na niet meer dan 40 voorstellingen.
De kritiek was bikkelhard voor “Fools”. De New York Times schreef in verband met de wereldklasse die hier aan het werk was: “het is alsof een team van briljante dik betaalde chirurgen verzameld is om een splinter te verwijderen. Ook al is meneer Simon voor de pinnen gekomen met enkele grappige momenten, je kan toch maar een beperkt aantal moppen verzinnen rond domheid.”
Begrijpelijk in zijn tijd en context, het is pas in de jaren ’90 dat het genie van Neil Simon gezien werd. Toen pas kreeg men oog voor de diepgang in veel van zijn stukken, of zijn zucht naar experiment en vernieuwing. Intussen is “Dwazen” een van de vaakst gespeelde stukken in Vlaanderen en Nederland – zij het niet altijd in een vernieuwende vorm.
Dat het stuk slecht onthaald werd, was trouwens een streep door de rekening van actrice Marsha Mason, de tweede vrouw van Neil Simon (hij trouwde 5 maal, waaronder 2 maal met dezelfde vrouw). Simon schreef “Fools” toen het koppel aan het scheiden was en in de overeenkomst had Marsha Mason laten opnemen dat zij de opbrengst van zijn volgend stuk zou krijgen. Waarop hij opzettelijk iets schreef wat geen lang Broadwayleven beschoren zou zijn. Hij kende/kent de theaterwetten goed.
Het gebeurt maar heel zelden dat vier stukken van dezelfde auteur tegelijk op Broadway lopen. Neil Simon lukte het maanden aan een stuk. Bij twee andere gelegenheden liepen drie stukken van hem simultaan in de beroemdste theaterwijk ter wereld. Bovendien is er op Broadway een theater dat gewoon Neil Simon heet: geen enkele levende auteur valt dezelfde eer te beurt. En nog een statistiek die tot de verbeelding spreekt: Simon is de meest gespeelde toneelschrijver, na Shakespeare.
Neil Simon wordt 89 op 4 juli. Hij werd geboren in 1927 in de Bronx, er zijn gelukkiger tijden en plaatsen om in op te groeien. Simon ontvluchtte de harde realiteit in de bioscoop, waar hij opging in de komedies van bijvoorbeeld Charlie Chaplin. Na school tekende hij enkele jaren bij de Army Air Force Reserve, waarna hij komische scripts begon te schrijven voor radio en televisie.
Zijn eerste toneelstuk was “Come Blow Your Horn” (1961), hij had er drie jaar aan gewerkt. Het haalde 678 voorstellingen op Broadway. Meteen daarna volgden twee nog meer succesvolle stukken: “Barefoot in the Park” (1963) en “The Odd Couple” (1965), waar hij de eerste van zijn drie Tony Awards mee won. Ruim drie decennia lang was hij ‘The King of Comedy’, wat in 1991 bekroond werd met de Pulitzer Prize for Drama voor “Lost in Yonkers”. Simon schreef meer dan 30 theaterstukken en nog eens zoveel scenario’s voor film en televisie, vaak adaptaties van de toneelstukken.
Jan Sprengers kwam in 1986 bij Toneel Heverlee – als arbeider en parlementariër in “Priester Daens” – en debuteerde als regisseur in 1993 met het “Ubu roi” van Alfred Jary. Een stuk dat geboekstaafd staat als wereldliteratuur, maar tegelijk onspeelbaar. Als eerste regie is het dan ook een binnenkomer.
In 1999 was Jan Sprengers de allereerste in Vlaanderen die “Desperado” regisseerde, enkele maanden maar nadat Kas en De Wolf het in Amsterdam bij Stichting Woods gecreëerd hadden. Het duurde tot mei 2013 voor het opnieuw gespeeld werd in Vlaanderen en dan ineens bij Het Toneelhuis in Antwerpen, dat het stuk op zijn beurt aanbood aan amateurgroepen in de seizoenen nadien. Jan Sprengers had destijds rechtstreeks met Stichting Woods onderhandeld, sterker nog: ruim een decennium later was het Het Toneelhuis zelf dat Jan contacteerde om hen de tekst te bezorgen, waarna ze zelf onderhandelden met schrijvers Kas en De Wolf om de speelrechten te krijgen.
Jan Sprengers vertaalt en bewerkt ook graag Engelstalige stukken. Of halve oeuvres, als het zo uitkomt. In 1998 was er “Vanavond om halfnegen”, 9 eenakters van Noël Coward, met originele muziek. Jan vertaalde ze, contacteerde de British Library in Londen over de stukken die niet meer in de handel waren en trok zelf naar de Engelse hoofdstad om de partituren van de muziek op te zoeken. Negen huisregisseurs van TH brachten de negen eenakters: het was sinds Coward zelf geleden dat ze als geheel werden aangeboden in een marathonvoorstelling.
Een gelijkaardig project was “Kloosterfobie” in 2003. Vier verhalen van Edgar Allan Poe en één hedendaagse Amerikaanse creatie rond het werk van de auteur werden door Jan vertaald en bewerkt; vijf regisseurs gingen ermee aan de slag op vijf verschillende locaties in het Jezuïtenhuis aan de Waversebaan.
Ook bijzonder was “PAUW!” in 2008, rond cursiefjes, teksten en een theaterstuk van Josse De Pauw, met medewerking van de auteur zelf.
En nu doet Jan “Dwazen”, een lichtgewicht stukje over enkele zotten in een dorpje. Natuurlijk, zo kan het ook: verstand op nul en genieten.
Voor de kleding van “Dwazen” bewandelt Toneel Heverlee een ongebruikelijke, maar zeer interessante weg. De afdeling Mode van de Ursulinen Mechelen maakt de kostuums. We hebben het ze gewoon gevraagd en ze stemden meteen in. Tien superenthousiaste studenten en twee gedreven docenten zorgen voor een creativiteit en visie die we zelf nooit zouden hebben kunnen bedenken. Het is het afstudeerproject van de opleiding Creatie en patroonontwerpen (Se-n-se – secundair na secundair). De speciaal voor “Dwazen” gemaakte collectie zal eind juni op de Mechelse catwalk in het Hof Van Busleyden te zien zijn, als voorproevertje van de tentoonstelling ‘Zot Geweld, Dwaze Maagd’. Dat er tien leerlingen zijn is handig toeval: er zijn tien personages in “Dwazen”, dus elke leerling kleedt één acteur/trice. Ze doen dat trouwens met veel passie en overgave – zonder meer een bijzondere meerwaarde voor de voorstelling.
Ursulinen Mechelen is een secundaire school in hartje Mechelen, die ook een modeafdeling heeft voor studenten van 18+. Je kan er een 7de jaar ‘Modespecialisatie en trendstudie’ volgen, en daarna een Se-n-se-opleiding ‘Creatie en patroonontwerpen’. Zowel beginners als gevorderden zijn van harte welkom.
Meer informatie vind je op de website en de weblog van de studenten mode waar je de theaterkostuums kan zien ‘groeien’.
Dit zijn de mode-enthousiastelingen:
- Asmae Agharbi
- Noel Aibar Lucha
- Gloria Biney
- Séraphine Boyeleba Balehen
- Nico Gaethofs
- Fatima Grad
- Hanane Llouh
- Stefanie Magendans
- Ana Pampolha da Silva
- Céline Stegner
o.l.v.
Lieve Slachmuylders
Catherine Van den Bossche
En ze kleden deze spelers:
- Roel Lauwens
- Leen Nuyts
- Wibert Roedolf
- Jochen Suy
- Jan Uytterhoeven
- Leen Vande Poel
- Heidi Van Eetvelt
- Kristel Verheyden
- Frans Vranckx
- Esther Wallace
met
Wim Strouven (teksthulp)
Isabelle Janssens (productie)
Jan Sprengers (regie)
de TH-licht-, -decor-, -klank- en -grimeploeg
Neil Simon gaf “Fools” zelf de ondertitel “comic fable”, een komische fabel dus. Je zou het ook een absurde komedie kunnen noemen.
Het verhaal zelf heeft weinig om het lijf: op het dorpje Kulyenchikov in Oekraïne rust een 200 jaar oude vloek. Iedereen is er dom. De vloek kan enkel gebroken worden als de dochter van de plaatselijke dokter onderwezen kan worden, wat geen sinecure is: “het meisje is 19 en pas heeft ze leren zitten”. Leon Steponovich Tolchinsky, een jonge, ambitieuze onderwijzer uit Moskou, onderneemt toch een poging en wordt – uiteraard – meteen tot over zijn oren verliefd op de jonge Sophia. Maar er is een rivaal: graaf Gregor, de laatste afstammeling van het geslacht Yousekevitch, dat 200 jaar geleden de vloek geïnstalleerd heeft, dingt ook om de hand van het meisje. Omheen de doktersfamilie, de meester en de graaf cirkelen enkele dorpsbewoners, die het geheel bepaald komisch maken.
Het feit dat het stuk in Oekraïne gesitueerd is, resulteert meestal in een traditionele, would-be Oost-Europese enscenering, met een decor dat een dorpsplein en wat vervallen huisjes moet voorstellen en zogenaamd folkloristische kleding. Terwijl Neil Simon net vernieuwing nastreefde – Oekraïne was in de ogen van een Amerikaan in het begin van de jaren ’80 gewoon een onbekende, exotische locatie, die hem ruime speelmogelijkheden gaf.
Bij Toneel Heverlee hebben we de boodschap begrepen. Uiteraard kunnen we niet al te veel prijsgeven, maar zowel decor als kostuums zullen verrassend zijn. En helemaal niet oud en Oost-Europees. Ook de speelstijl breekt met de gangbare aanpak, mede dankzij de grote inbreng van de acteurs zelf – het meest ingrijpende regie-element komt van hen, niet van de regisseur.